Jarenlang was dit één van de honderden verlaten bouwvallen in Amsterdam, omringd door eveneens vervallen onderstukken. De bovenste twee verdiepingen en de kap waren gesloopt. Op een oude foto is een smal, hoog pand te zien met een verminkte top: een rechte lijst met een timpaantje daarop. Bij de herbouw in 18de-eeuwse stijl werd gebruik gemaakt van een top afkomstig van Prinsengracht 245. Oorspronkelijk metselwerk is er nog in de kelder; verder werd het huis volledig vernieuwd. Vanwege de smalle muurdammen was het om constructieve redenen nodig om het pand door een betonskelet te verstevigen. Het niet handhaven van de aardige 19de-eeuwse raampartij werd ingegeven door de gewenste nieuwe indeling in vijf woningen, maar was ook nodig omdat de ingangspartij in een staat werd teruggebracht die past bij de rest van de gevel.
Gerestaureerd in 1968/69.